Doel
Als je een verslag of scriptie schrijft, baseer je je werk (vrijwel) altijd op literatuur. Je moet in je verslagen altijd verwijzen naar de informatiebronnen die je gebruikt. In deze module leer je wanneer en hoe je bronvermeldingen opneemt in je verslagen en scripties.
Tijdsduur
Deze module duurt ca. 15 min.
Voorkennis
Als je niet weet wat een referentie is, doe dan eerst de module 'Hoe ontcijfer ik een referentie?' uit Onderzoeksvaardigheden, basis.
Wanneer je andermans informatie gebruikt in je eigen verslag, ben je altijd verplicht om naar de gebruikte informatiebron te verwijzen. In de wetenschap is het gebruikelijk om voort te bouwen op het werk van anderen. Schrijven is voor wetenschappers een vorm van communicatie: in hun publicaties geven ze hun ideeën over een onderwerp en reageren ze op het werk van vakgenoten. Door te verwijzen naar andere publicaties, laat je zien op wiens werk je voortbouwt of wiens werk je becommentarieert.
Er zijn verschillende redenen om te verwijzen naar literatuur.
Dit geldt voor alle soorten informatie die je gebruikt: feitelijke informatie, onderzoeksgegevens, een onderzoeksmethode, etc. Het geldt ook als je iemands ideeën gebruikt of kritiek levert op andermans publicatie. Het geldt even goed voor visuele informatie; ook als je een afbeelding, grafiek, tabel of schema gebruikt, moet je vermelden uit welke bron het komt!
Het maakt niet uit of de bron die je gebruikt een officieel gepubliceerde bron is of niet. Ook informatie uit bijvoorbeeld een lezing of uit een verslag of scriptie van een andere student moet je met een bronvermelding verantwoorden.
Je hoeft geen bronvermelding op te nemen bij een algemeen bekend feit. Als je bijvoorbeeld schrijft dat de Berlijnse muur viel in november 1989, is dat een algemeen bekend feit waarbij je geen bronvermelding hoeft te geven.
Twee vuistregels:
Als je onvoldoende verwijzingen opneemt, zou je beschuldigd kunnen worden van plagiaat. Plagiaat is het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk.
Plagiaat geldt als fraude en wordt in de wetenschap zwaar opgenomen. Als je tijdens je studie plagieert kunnen hieraan sancties verbonden worden, zoals het uitsluiten van deelname aan het vak of zelfs schorsing van de studie. Voor wetenschappers kan plagiëren het einde van een mooie carrière betekenen.
Wat wordt als plagiaat beschouwd?
Overduidelijke voorbeelden van plagiaat zijn:
Maar ook het onderstaande wordt als plagiaat beschouwd:
Daarnaast wordt er ook van je verwacht dat je eigen hypotheses ontwikkelt in een verslag of scriptie. Je mag niet uitsluitend bestaande informatie bij elkaar sprokkelen, maar moet er zelf iets aan toevoegen. Dat doe je door verschillende bronnen te vergelijken en je eigen conclusies te formuleren of door de hypotheses uit de literatuur zelf toe te passen op een nieuwe situatie. Als je én zorgvuldig verwijst naar de bronnen die je gebruikt, én genoeg eigen ideeën toevoegt aan je verslagen, hoef je niet bang te zijn dat je plagieert.
In de meeste gevallen moet je in je eigen woorden weergeven wat je gelezen hebt. Je kunt geen goedlopende tekst schrijven als je letterlijk of bijna letterlijk een bestaande tekst overneemt. Bovendien ontwikkel je de eigen gedachtegang door zelf te formuleren. Als je goed parafraseert geef je tevens aan dat je de bron begrepen hebt. Er wordt wel onderscheid gemaakt tussen parafraseren of samenvatten. Beide staan tegenover het letterlijk citeren van een bron. Parafraseren betekent dat je een bepaalde korte tekstpassage, bijvoorbeeld een zin of een alinea, in eigen woorden weergeeft. (zie ook HAN)
Samenvatten betekent dat je een tekstgedeelte (bijvoorbeeld een aantal alinea's, bladzijden, een hoofdstuk of een heel boek in eigen woorden samenvat. Als je samenvat, geef je in weinig woorden de voor jouw verhaal belangrijke hoofdpunten of conclusies uit de bron weer
Altijd als je een bron parafraseert of samenvat, moet je de inhoud van de bron correct weergeven en in overeenstemming met de bedoeling van de oorspronkelijke bron. Let op:
Citeren is het letterlijk overnemen van tekst.
Het is nooit de bedoeling dat je verslag bestaat uit aan elkaar geplakte citaten. Je kunt als vuistregel aanhouden dat je voor iedere regel die je citeert, zelf minstens twee regels schrijft waarin je het citaat analyseert.
Enkele algemene aanwijzingen voor citeren zijn:
Omdat het zo belangrijk is om duidelijk en systematisch te verwijzen naar geraadpleegde literatuur, hebben wetenschappers afspraken gemaakt over de manier waarop ze naar literatuur verwijzen. In verschillende vakgebieden worden verschillende methodes gebruikt voor het verwijzen naar literatuur (zgn. citatiestijl).
Welke methode je ook gebruikt, altijd zijn twee stappen van belang:
De bedoeling is dat je lezers precies kunnen nagaan welke informatie je aan welke bron ontleend hebt en de gebruikte bron zonodig kunnen opzoeken.
In het volgende schema zie je hoe deze twee stappen in de verschillende methodes worden uitgevoerd:
Methodes van verwijzen | |||
---|---|---|---|
auteur - jaar | voetnoten / eindnoten | volgnummers | |
Stap 1: in de tekst aangeven dat je een bron gebruikt | achternaam van auteur en publicatiejaar (en paginanummer) | nummer van de voetnoot / eindnoot | volgnummer van de publicatie |
Stap 2: referentie van de gebruikte bron |
referenties op alfabetische volgorde van auteursnaam aan eind van het verslag |
referenties uitschrijven in de voetnoten / eindnoten |
referenties op volgorde waarin ze in de tekst genoemd worden aan het eind van het verslag |
Voorbeelden van vakgebieden waar deze methode gebruikelijk is |
gamma-wetenschappen, (bijv. psychologie, economie, politicologie), biomedische wetenschappen. |
humaniora (bijv. geschiedenis) | biomedische wetenschappen |
Voorbeeld | Voorbeeld | Voorbeeld |
De genoemde methodes zijn een grove indeling. Binnen elke methode bestaan weer verschillende stijlen die heel gedetailleerd voorschrijven hoe je literatuurverwijzingen hoort te maken.
Nadat je in je tekst hebt aangegeven welke bronnen je gebruikt hebt, moet je de complete referentie geven naar de bronnen. Je moet zoveel gegevens over de bron geven, dat de lezer genoeg gegevens heeft om de bron te kunnen opzoeken.
In de volgende tabel zie je welke gegevens nodig zijn voor het maken van referenties, afhankelijk van het soort publicatie:
Boek | Hoofdstuk in boek | Tijdschriftartikel | Webpagina1 |
|
|
|
|
1 Je kunt niet altijd al deze gegevens van een webpagina vinden, maar noteer zoveel mogelijk gegevens.
Je kan je docent vragen welke stijl je het best kan gebruiken. Enkele voorbeelden van veelgebruikte referentiestijlen staan hieronder.
APA-stijl (veel gebruikt in de sociale wetenschappen)
Vancouver-stijl (veel gebruikt in de biomedische wetenschappen)
ACS-stijl (veel gebruikt in de beta wetenschappen)
EndNote
Er bestaan handige computerprogramma's die je helpen bij het verwijzen naar literatuur en maken van literatuurlijsten, zoals EndNote. De literatuurgegevens kun je overhalen uit literatuurdatabases zoals PsycINFO, PubMed e.d., maar je kunt ze ook met de hand invullen.
Vanuit een Word document kan je in je tekst eenvoudig koppelingen maken met de referenties waarnaar je wilt verwijzen. Je kan kiezen in welke stijl de verwijzingen en literatuurlijst gemaakt moet worden (zgn.‘output styles').
Op de website van de UBVU vind je meer informatie over EndNote. Daar vind je ook meer informatie over de workshops in het gebruik van EndNote die de bibliotheek organiseert.
Altijd wanneer je werk van iemand anders gebruikt, moet je naar de gebruikte informatiebron verwijzen. Dit gaat in twee stappen:
Er zijn verschillende systemen voor het maken van bronvermeldingen: auteur - jaar in de tekst noemen, voetnoten / eindnoten of door middel van volgnummers. Binnen deze systemen bestaan weer verschillen stijlen, met gedetailleerde voorschriften voor het maken van referenties. Vraag bij je docent na welk systeem of stijl je moet gebruiken.
Bron in eigen woorden weergeven |
Wanneer? Hoe?
|
Bron letterlijk citeren |
Wanneer?
Hoe?
|
Plagiaat is het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk. Plagiaat geldt als fraude en wordt in de wetenschap zwaar opgenomen. Je voorkomt plagiaat door te zorgen dat je én zorgvuldig verwijst naar de bronnen die je gebruikt, én genoeg eigen ideeën toevoegt aan je verslagen.