Skip to Main Content
Universiteitsbibliotheek

Onderzoeksvaardigheden - Intermediate: Verwijzen naar literatuur

In deze training academische vaardigheden leer je je informatiebehoefte bepalen, bronnen te vinden en beoordelen en informatie te verwerken.

Hoe verwerk ik mijn literatuur in mijn verslag?

1 Doel, tijdsduur en voorkennis

Doel
Als je een verslag of scriptie schrijft, baseer je je werk (vrijwel) altijd op literatuur. Je moet in je verslagen altijd verwijzen naar de informatiebronnen die je gebruikt. In deze module leer je wanneer en hoe je bronvermeldingen opneemt in je verslagen en scripties. 

Tijdsduur
Deze module duurt ca. 15 min.

Voorkennis
Als je niet weet wat een referentie is, doe dan eerst de module 'Hoe ontcijfer ik een referentie?' uit Onderzoeksvaardigheden, basis.

2 Waarom moet ik verwijzen naar literatuur?

Wanneer je andermans informatie gebruikt in je eigen verslag, ben je altijd verplicht om naar de gebruikte informatiebron te verwijzen. In de wetenschap is het gebruikelijk om voort te bouwen op het werk van anderen. Schrijven is voor wetenschappers een vorm van communicatie: in hun publicaties geven ze hun ideeën over een onderwerp en reageren ze op het werk van vakgenoten. Door te verwijzen naar andere publicaties, laat je zien op wiens werk je voortbouwt of wiens werk je becommentarieert.

Er zijn verschillende redenen om te verwijzen naar literatuur.

  • Je geeft andere auteurs de eer die hen toekomt.
  • Je laat zien dat je de informatie niet verzonnen hebt, maar dat je gebruik maakt van betrouwbare bronnen.
  • Je laat het verband zien tussen je eigen werk en dat van anderen.
  • Je maakt je werk controleerbaar: anderen kunnen in de aangehaalde literatuur nagaan of je de informatie goed hebt begrepen en weergegeven.
  • Je wijst je lezers op publicaties over het onderwerp, die misschien interessant voor hen zijn.
  • Je voorkomt dat je plagiaat pleegt.(zie tab 4)

Dit geldt voor alle soorten informatie die je gebruikt: feitelijke informatie, onderzoeksgegevens, een onderzoeksmethode, etc. Het geldt ook als je iemands ideeën gebruikt of kritiek levert op andermans publicatie. Het geldt even goed voor visuele informatie; ook als je een afbeelding, grafiek, tabel of schema gebruikt, moet je vermelden uit welke bron het komt!

Het maakt niet uit of de bron die je gebruikt een officieel gepubliceerde bron is of niet. Ook informatie uit bijvoorbeeld een lezing of uit een verslag of scriptie van een andere student moet je met een bronvermelding verantwoorden.

Je hoeft geen bronvermelding op te nemen bij een algemeen bekend feit. Als je bijvoorbeeld schrijft dat de Berlijnse muur viel in november 1989, is dat een algemeen bekend feit waarbij je geen bronvermelding hoeft te geven.

Twee vuistregels:

  • Geef een literatuurverwijzing bij alle termen, informatie en ideeën die voor jou nieuw zijn (die je geleerd hebt tijdens je onderzoek).
  • Als je twijfelt of je moet verwijzen, neem dan een verwijzing op.

3 Wat is plagiaat?

Als je onvoldoende verwijzingen opneemt, zou je beschuldigd kunnen worden van plagiaat. Plagiaat is het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk.
Plagiaat geldt als fraude en wordt in de wetenschap zwaar opgenomen. Als je tijdens je studie plagieert kunnen hieraan sancties verbonden worden, zoals het uitsluiten van deelname aan het vak of zelfs schorsing van de studie. Voor wetenschappers kan plagiëren het einde van een mooie carrière betekenen.

Wat wordt als plagiaat beschouwd?
Overduidelijke voorbeelden van plagiaat zijn:

  • Een werkstuk van iemand anders inleveren alsof het je eigen werk is.
  • Korte of lange stukken tekst uit een bron kopiëren zonder de bron te vermelden.

Maar ook het onderstaande wordt als plagiaat beschouwd:

  • Andermans woorden of ideeën 'lenen' zonder bronverwijzing.
  • Een paar veranderingen aanbrengen in een tekst (of grafiek of figuur) en doen alsof je het zelf bedacht hebt.
  • 'Vergeten' om aanhalingstekens te plaatsen bij een letterlijk citaat.Vraag: hoe lang mag een citaat zijn? (HAN geeft uitleg)
  • Wel een bronverwijzing geven, maar een onvolledige of incorrecte referentie geven zodat de bron niet te traceren is.
  • Een bron en de referentie vermelden in je verslag, maar niet op alle plaatsen waar informatie uit de bron gebruikt is (dan wordt een deel van de overgenomen informatie gepresenteerd als eigen werk).
  • Zoveel woorden of ideeën overnemen uit een bron dat dit het grootste deel van je verslag uitmaakt, geldt als plagiaat - zelfs als je wél naar de bron verwijst!

Daarnaast wordt er ook van je verwacht dat je eigen hypotheses ontwikkelt in een verslag of scriptie. Je mag niet uitsluitend bestaande informatie bij elkaar sprokkelen, maar moet er zelf iets aan toevoegen. Dat doe je door verschillende bronnen te vergelijken en je eigen conclusies te formuleren of door de hypotheses uit de literatuur zelf toe te passen op een nieuwe situatie. Als je én zorgvuldig verwijst naar de bronnen die je gebruikt, én genoeg eigen ideeën toevoegt aan je verslagen, hoef je niet bang te zijn dat je plagieert.

4 Wat is parafraseren?

In de meeste gevallen moet je in je eigen woorden weergeven wat je gelezen hebt. Je kunt geen goedlopende tekst schrijven als je letterlijk of bijna letterlijk een bestaande tekst overneemt. Bovendien ontwikkel je de eigen gedachtegang door zelf te formuleren. Als je goed parafraseert geef je tevens aan dat je de bron begrepen hebt. Er wordt wel onderscheid gemaakt tussen parafraseren of samenvatten. Beide staan tegenover het letterlijk citeren van een bron. Parafraseren betekent dat je een bepaalde korte tekstpassage, bijvoorbeeld een zin of een alinea, in eigen woorden weergeeft. (zie ook HAN)

Samenvatten betekent dat je een tekstgedeelte (bijvoorbeeld een aantal alinea's, bladzijden, een hoofdstuk of een heel boek in eigen woorden samenvat. Als je samenvat, geef je in weinig woorden de voor jouw verhaal belangrijke hoofdpunten of conclusies uit de bron weer

Altijd als je een bron parafraseert of samenvat, moet je de inhoud van de bron correct weergeven en in overeenstemming met de bedoeling van de oorspronkelijke bron. Let op:

  • Je mag informatie die voor jouw verhaal niet relevant is, weglaten uit een samenvatting, zolang je de inhoud van de oorspronkelijke bron niet verdraait.
  • Zorg dat duidelijk is waar de parafrasering of samenvatting begint en ophoudt.
  • Vermeld bij iedere parafrasering of samenvatting duidelijk uit welke bron deze afkomstig is.

5 Wanneer moet ik de woorden van de bron letterlijk citeren?

Citeren is het letterlijk overnemen van tekst.

Het is nooit de bedoeling dat je verslag bestaat uit aan elkaar geplakte citaten. Je kunt als vuistregel aanhouden dat je voor iedere regel die je citeert, zelf minstens twee regels schrijft waarin je het citaat analyseert.


Enkele algemene aanwijzingen voor citeren zijn:

  • Neem het citaat zorgvuldig over, zodat je precies dezelfde woorden gebruikt als de originele bron.
  • Neem een citaat over in de oorspronkelijke taal.
    Als je een Engelse tekst citeert in een Nederlands verslag, dan blijft het citaat in het Engels. Als je er niet vanuit kunt gaan dat je lezers de oorspronkelijke taal begrijpen, dan geef je het citaat eerst in de oorspronkelijke taal en vervolgens een letterlijke vertaling van het citaat.
  • Citeer altijd in overeenstemming met de bedoeling van de bron. Let bijvoorbeeld goed op of het citaat niet ironisch bedoeld is en of de betekenis van het citaat niet verandert als je het uit de originele context haalt.
  • Geef begin en einde van het citaat duidelijk aan door een citaat tussen aanhalingstekens te plaatsen of - bij langere citaten - door ze als blok te laten inspringen.
  • Vermeld bij ieder citaat duidelijk uit welke bron het afkomstig is.

6 Welke methoden voor verwijzen naar literatuur bestaan er?

Omdat het zo belangrijk is om duidelijk en systematisch te verwijzen naar geraadpleegde literatuur, hebben wetenschappers afspraken gemaakt over de manier waarop ze naar literatuur verwijzen. In verschillende vakgebieden worden verschillende methodes gebruikt voor het verwijzen naar literatuur (zgn. citatiestijl).

Welke methode je ook gebruikt, altijd zijn twee stappen van belang:

  • In de tekst van je verslag of scriptie geef je aan welke informatie je aan welke bron ontleent.
  • Je geeft complete referenties van elke bron die je gebruikt.

De bedoeling is dat je lezers precies kunnen nagaan welke informatie je aan welke bron ontleend hebt en de gebruikte bron zonodig kunnen opzoeken.

In het volgende schema zie je hoe deze twee stappen in de verschillende methodes worden uitgevoerd:

  Methodes van verwijzen
auteur - jaar voetnoten / eindnoten volgnummers
Stap 1: in de tekst aangeven dat je een bron gebruikt achternaam van auteur en publicatiejaar (en paginanummer) nummer van de voetnoot / eindnoot volgnummer van de publicatie
Stap 2: referentie van de gebruikte bron

referenties op alfabetische volgorde van auteursnaam aan eind van het verslag

referenties uitschrijven in de voetnoten / eindnoten

referenties op volgorde waarin ze in de tekst genoemd worden aan het eind van het verslag

Voorbeelden van vakgebieden waar deze methode gebruikelijk is

gamma-wetenschappen, (bijv. psychologie, economie, politicologie), biomedische wetenschappen.

humaniora (bijv. geschiedenis) biomedische wetenschappen
Voorbeeld Voorbeeld Voorbeeld


De genoemde methodes zijn een grove indeling. Binnen elke methode bestaan weer verschillende stijlen die heel gedetailleerd voorschrijven hoe je literatuurverwijzingen hoort te maken.

7 Welke gegevens heb ik nodig voor het maken van referenties?

Nadat je in je tekst hebt aangegeven welke bronnen je gebruikt hebt, moet je de complete referentie geven naar de bronnen. Je moet zoveel gegevens over de bron geven, dat de lezer genoeg gegevens heeft om de bron te kunnen opzoeken.

In de volgende tabel zie je welke gegevens nodig zijn voor het maken van referenties, afhankelijk van het soort publicatie:

Boek Hoofdstuk in boek Tijdschriftartikel Webpagina1
  • auteur(s)
  • titel
  • jaar van uitgave
  • plaats van uitgave
  • evt. uitgever
  • evt. hoeveelste druk / editie
  • auteur(s) van hoofdstuk
  • redacteur(en) van boek
  • titel van het hoofdstuk
  • titel van het boek
  • jaar van uitgave
  • plaats van uitgave
  • evt. uitgever
  • evt. hoeveelste druk / editie
  • auteur(s) artikel
  • titel artikel
  • titel tijdschrift
  • jaar van uitgave
  • jaargang
  • nummer van de  aflevering
  • pagina-aanduiding
  • auteur(s) of organisatie verantwoordelijk voor de inhoud
  • titel van de pagina (kijk in de balk bovenin de browser)
  • titel van de site (zie homepage van de site)
  • datum van laatste aanpassing van de pagina, of de copyright datum
  • datum waarop je de website hebt bezocht
  • volledige internetadres (URL) van de pagina

 1 Je kunt niet altijd al deze gegevens van een webpagina vinden, maar noteer zoveel mogelijk gegevens.

8 Waar vind ik meer informatie over stijlen voor literatuurverwijzingen?

Je kan je docent vragen welke stijl je het best kan gebruiken. Enkele voorbeelden van veelgebruikte referentiestijlen staan hieronder.

APA-stijl (veel gebruikt in de sociale wetenschappen)

Vancouver-stijl (veel gebruikt in de biomedische wetenschappen)

ACS-stijl (veel gebruikt in de beta wetenschappen)

EndNote
Er bestaan handige computerprogramma's die je helpen bij het verwijzen naar literatuur en maken van literatuurlijsten, zoals EndNote. De literatuurgegevens kun je overhalen uit literatuurdatabases zoals PsycINFO, PubMed e.d., maar je kunt ze ook met de hand invullen.

Vanuit een Word document kan je in je tekst eenvoudig koppelingen maken met de referenties waarnaar je wilt verwijzen. Je kan kiezen in welke stijl de verwijzingen en literatuurlijst gemaakt moet worden (zgn.‘output styles').

Op de website van de UBVU vind je meer informatie over EndNote. Daar vind je ook meer informatie over de workshops in het gebruik van EndNote die de bibliotheek organiseert.

9 Samenvatting

Altijd wanneer je werk van iemand anders gebruikt, moet je naar de gebruikte informatiebron verwijzen. Dit gaat in twee stappen:

  • Je geeft in de tekst van je verslag aan waar je welke bron gebruikt hebt.
  • Je geeft complete referenties van alle gebruikte bronnen.

Er zijn verschillende systemen voor het maken van bronvermeldingen: auteur - jaar in de tekst noemen, voetnoten / eindnoten of door middel van volgnummers. Binnen deze systemen bestaan weer verschillen stijlen, met gedetailleerde voorschriften voor het maken van referenties. Vraag bij je docent na welk systeem of stijl je moet gebruiken.

Bron in eigen woorden weergeven
(parafraseren of samenvatten)

Wanneer?
In de meeste gevallen.

Hoe?

  • Je mag irrelevante informatie weglaten uit een samenvatting, zolang je de inhoud van de oorspronkelijke bron niet verdraait.
  • Maak duidelijk waar de parafrasering of samenvatting begint en ophoudt.
  • Vermeld aan welke bron een parafrasering of samenvatting ontleend is.
Bron letterlijk citeren

Wanneer?
In uitzonderingsgevallen:

  • Je wilt de oorspronkelijke formulering analyseren.
  • De oorspronkelijke auteur heeft buitengewoon duidelijk, treffend of levendig geformuleerd.

Hoe?

  • Neem het citaat zorgvuldig over.
  • In de oorspronkelijke taal (plus evt. vertaling).
  • In overeenstemming met de bedoeling van de originele bron.
  • Geef begin en eind van het citaat duidelijk aan.
  • Vermeld bij ieder citaat uit welke bron het afkomstig is.


Plagiaat is het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk. Plagiaat geldt als fraude en wordt in de wetenschap zwaar opgenomen. Je voorkomt plagiaat door te zorgen dat je én zorgvuldig verwijst naar de bronnen die je gebruikt, én genoeg eigen ideeën toevoegt aan je verslagen.

Tips

Plagiaat
Ook samenwerken met medestudenten zonder dat te vermelden, kan door je docent als plagiaat beschouwd worden. Als je twijfelt of je mag samenwerken: vraag het je docent.

Literatuurverwijzingen
Waarschijnlijk gelden er binnen je opleiding afspraken over welke stijl van literatuurverwijzingen je moet gebruiken voor je verslagen en scripties. Vraag dit na bij je docent. Ongeacht welke stijl je gebruikt, altijd geldt: wees consequent!

Gegevens vastleggen
Wen je aan om tijdens je literatuuronderzoek altijd alle gegevens die je nodig hebt vast te leggen, zodat je ze bij de hand hebt als je je referenties gaat schrijven. Het is zonde van je tijd als je op het laatst weer opnieuw de bronnen moet gaan opzoeken om de juiste gegevens terug te vinden.