Skip to Main Content
Universiteitsbibliotheek

Verpleegkundige Informatievaardigheden - Gevorderd: EBM

Deze cursus Informatievaardigheden (gevorderd) is bedoeld voor verpleegkundigen en bouwt voort op de cursus Verpleegkundige Informatievaardigheden (basis). Je leert zoeken naar literatuur in Pubmed.

Evidence-based medicine en Evidence-based practice

Evidence-based practice (EBP) is ontstaan uit de evidence-based medicine (EBM). De definitie van EBM luidt:

Evidence-based medicine is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten. De praktijk van evidence-based medicine impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. De voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt spelen bij de besluitvorming een centrale rol.  (Scholten et al. (2013) Inleiding in evidence-based medicine. 4e dr. Houten: BSL.

De belangrijkste elementen hierin zijn:

  • het individuele patiëntenbelang staat voorop
  • de klinische blik van de behandelaar en diens expertise speelt ook mee
  • het derde element is het 'bewijsmateriaal'

Deze drie elementen samen vormen de basis voor het beleid rond de betreffende patiënt.

Wat is nou bewijsmateriaal? Bewijsmateriaal of evidence wordt gevonden in goed patiëntenonderzoek waarvan de uitkomsten passen bij de patiënt waar de vraag over gaat. Voor therapievragen wordt het gerandomiseerde, gecontroleerde trial (in het Engels:randomized controlled trial of RCT) als beste bewijs beschouwd.

Evidence-Based PractIce (EBP) betekent hetzelfde, maar dan is het 'medicine' vervangen door 'practice' waar de verpleegkundige/paramedicus mee bedoeld wordt. Zie voor literatuur over EBP bijv. Cox et al. (2012) Evidence-based practice voor verpleegkundigen. 3e dr. Den Haag: Boom Lemma

Voorbeeld

De arts heeft een patíënt voor zich met arthritis en veel pijn. De arts vraagt zich af of het beter is ibuprofen of paracetamol voor te schrijven.

Om deze vraag met evidence te kunnen beantwoorden gaat de arts op zoek naar RCT's die beide middelen vergelijken bij twee groepen patiënten met dezelfde pijnklachten. De uitkomsten van beide groepen in dit onderzoek worden vergeleken en als één van de groepen minder pijn ervaart heeft deze groep dus de 'beste' pijnmedicatie gekregen. Als de patiënt die de arts onder handen heeft past bij dit goede onderzoek dan heeft hij dus 'bewijs' in handen om de beste pijnstiller voor te schrijven. De patiëntenvoorkeur heeft beslist invloed op beslissing.

Dergelijke trials worden vaak gepubliceerd in tijdschriften en kunnen vervolgens gevonden worden door het zoeken in PubMed, Invert of Cinahl. Voor EBM is het dus van belang om zo goed mogelijk te zoeken naar deze publicaties: als een goede trial gemist zou worden heb je minder goede evidence om een beslissing te nemen.

Voorbeeld RCT in PubMed: 

Arch Intern Med. 2000 Jun 26;160(12):1781-7.
A randomized trial of the efficacy and tolerability of the COX-2 inhibitor rofecoxib vs ibuprofen in patients with osteoarthritis. Rofecoxib/Ibuprofen Comparator Study Group.
Day R, Morrison B, Luza A, Castaneda O, Strusberg A, Nahir M, Helgetveit KB, Kress B, Daniels B, Bolognese J, Krupa D, Seidenberg B, Ehrich E.