Weet je welke soort informatie je nodig hebt, dan kun je nagaan welke informatiebron(nen) je nodig hebt.
Het onderstaande schema laat zien waar je welke informatiebronnen kunt vinden.
Soort informatie | Informatiebron |
---|---|
Actuele informatie | Krantenartikelen, nieuwssites |
Oriëntatie op een onderwerp | Studieboeken, populair wetenschappelijke boeken |
Achtergrondinformatie | Encyclopedieën, jaarboeken |
Wetenschappelijke informatie | Wetenschappelijke tijdschriftartikelen |
Onderzoeksresultaten | Rapporten |
Theoretische verhandeling | Studieboeken, monografieën |
Wet- en regelgeving | Juridische databases (Kluwer) |
Statistische informatie | CBS Statline, Eurostat |
Bedrijfsinformatie | Databases, Wharton, Factset, SDC Platinum |
Geografische informatiesystemen | Google maps, Google Earth, GeoPlaza |
Sommige informatiebronnen bieden alleen de eerste kennismaking met de informatie die je nodig hebt. In een encyclopedie of handboek vind je een beknopte weergave over een onderwerp. Als je deze informatie in een paper gaat verwerken, heb je de originele bronnen nodig waarnaar in de handboeken en encyclopedieën wordt verwezen.
Scripties van andere studenten kun je ook beschouwen als een eerste kennismaking met een bepaald onderwerp of als een voorbeeld van hoe je een scriptie kunt schrijven. Gebruik scripties niet als belangrijke informatiebronnen voor je werkstuk. Scripties zijn publicaties van studenten en zullen niet zo diep op een onderwerp ingaan als een onderzoek dat door een wetenschapper is uitgevoerd. In de bibliografie in de scriptie vind je de bronnen die de student gebruikt heeft om zijn scriptie te schrijven. Zoek deze bronnen op en controleer ze, neem ze niet klakkeloos over.