Skip to Main Content
Universiteitsbibliotheek

Onderzoeksvaardigheden - Gevorderd

In deze training academische vaardigheden leer je je informatiebehoefte bepalen, bronnen te vinden en beoordelen en informatie te verwerken.

Probleemstelling

Wat is een goede probleemstelling?
Een probleemstelling is de hoofdvraag waarop een scriptie antwoord geeft en vormt de rode lijn. Geef de probleemstelling dan ook de vorm van een vraag, in plaats van een stellende zin. Een probleemstelling is niet hetzelfde als een onderwerp: een onderwerp kan vanuit vele invalshoeken worden bestudeerd.

Een goede probleemstelling (hoofdvraag) is:

  • afgebakend
  • helder
  • wetenschappelijk relevant
  • onderzoekbaar

Het formuleren van een probleemstelling is moeilijk. Bijna niemand slaagt erin in één keer een goede probleemstelling op papier te zetten. Het is belangrijk tijdens het zoeken je af te vragen of je nog steeds in de goede richting zoekt. Dit kan aanleiding geven tot het verder bijstellen en/of aanscherpen van de probleemstelling.

Voorbeeld
Hieronder volgen 2 verschillende probleemstellingen waarbij het onderwerp 'beïnvloeding van ICT en maatschappij' centraal staat (bron: NWO):

  • Sociaal-culturele aspecten
    Wat is de wisselwerking tussen ICT en democratiserings- en moderniseringsprocessen?
  • Onderwijs en scholing
    Wat is de rol van ICT bij de ondersteuning van lerende organisaties en de overdracht van 'stilzwijgende' kennis?

Hoe geef ik antwoord op mijn probleemstelling?
De hoofdvraag van een onderzoek is niet in enkele woorden te beantwoorden. Daarom is het nodig je onderzoeksvraag op te splitsen in deelvragen. Elk antwoord op een deelvraag draagt bij aan het beantwoorden van de hoofdvraag. Bedenk wat je allemaal moet weten om de hoofdvraag te beantwoorden. De deelvragen helpen je niet alleen structuur aan te brengen in je onderzoek, maar ook in je verslag. Bovendien verkleinen deelvragen de kans dat je iets over het hoofd ziet.

Hoe formuleer ik goede deelvragen?

  • Deelvragen moeten de hoofdvraag ondersteunen. Je moet geen deelvragen stellen die niet nodig zijn voor het beantwoorden van de hoofdvraag.
  • Deelvragen zijn minder complex dan de hoofdvraag.
  • De deelvragen moeten in een logische volgorde staan: chronologisch, zodat ze een lopend verhaal opleveren.
  • Het aantal deelvragen moet niet te groot zijn. Beperk je tot 5-7 deelvragen.

Voorbeeld
De volgende onderzoeksvraag en deelvragen zijn afkomstig uit een VU-scriptie Jansen, E. (2011) Het venster slavernij in de jeugdliteratuur (pdf).

Hoofdvraag:
In hoeverre kan de historische jeugdroman verschenen vanaf 1984 handelend over het venster slavernij uit de nationale canon, worden ingezet voor het literatuur- en geschiedenisonderwijs in de onderbouw van het vwo, de havo en de theoretische leerweg van het vmbo?

Deelvragen:

  • 1. Op welke manier kunnen ideologie en literaire waarde zich manifesteren in de jeugdliteratuur?
  • 2. In hoeverre is de historische jeugdroman met betrekking tot het venster slavernij ideologisch en literair van aard?
  • 3. Op welke manier kan de historische jeugdroman betreffende het venster slavernij ingezet worden in het onderwijs?

Het formuleren van de hoofdvraag en de deelvragen is een lastig karwei. Maar onthoud dat je gaandeweg altijd je vragen kunt veranderen of bijstellen!